Op 16 mei 2024 hebben de politieke fracties PVV, VVD, NSC en BBB gezamenlijk het hoofdlijnenakkoord gepresenteerd. Dit dient als fundament voor de verdere formatie en uiteindelijk de vorming van het regeerakkoord. Dit akkoord markeert een cruciale stap in het politieke proces, waarin de belangrijkste principes en beleidslijnen zijn vastgelegd die de komende regeringsperiode zullen sturen.
Deze ontwikkelingen hebben ook directe implicaties voor onze klanten. In dit artikel gaan wij specifiek in op de gevolgen voor organisaties die actief zijn in de beleidsterreinen migratie/asiel en zorg. Vervolgens maken we een doorkijk naar een beschouwing van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met betrekking tot deze beleidsterreinen, ten einde inzicht te geven in de visie van gemeenten op het akkoord. Tot slot staan we stil bij de financiële implicaties.
Beleidsterrein: migratie/asiel
Nederland is één van de dichtstbevolkte landen in Europa en wordt geconfronteerd met toenemende migratie, waaronder asiel-, arbeids-, kennis-, studie- en gezinsmigratie. Deze druk legt een last op wonen, zorg, onderwijs, financiële middelen en de sociale samenhang. Er zijn hervormingsmaatregelen bedacht om de omvang van en grip op alle soorten migratie te beperken.
Activering uitzonderingsbepaling
Een belangrijke maatregel is de activering van de uitzonderingsbepaling van de Vreemdelingenwet 2000 (op grond van de artikelen 110 en 111). Die bepalingen van de Vreemdelingenwet 2000 die het direct aanpakken van de acute noodsituatie in de weg staan, worden buiten werking gesteld. Denk hierbij aan bepalingen voor de asielinstroom in het algemeen en de asielopvang in Ter Apel en de overige asielcentra.
Tijdelijke Asielcrisiswet
Er wordt een tijdelijke Asielcrisiswet ingevoerd met crisismaatregelen, onder meer door intrekking van de Spreidingswet. Op grond van de Asielcrisiswet wordt bijvoorbeeld afgeweken van de Huisvestingswet door een verbod in te stellen op het geven van voorrang bij de toewijzing van sociale huurwoningen aan statushouders op grond van het feit dat zij statushouders zijn. Daarnaast worden mogelijk meer structurele maatregelen getroffen, zoals versterking van grenscontroles en -bewaking.
Indienen opt-out clausule
Er wordt een opt-out clausule voor het Europees asiel- en migratiebeleid bij de Europese Commissie ingediend. Deze clausule biedt EU-lidstaten de mogelijkheid om zich onder bepaalde voorwaarden terug te trekken uit verplichte herplaatsingen van asielzoekers binnen de EU.
Strengere toelatingsregels
Er wordt een verscherping van de toelatingsprocedure doorgevoerd. Denk daarbij aan het invoeren van een strengere bewijslast en beperking van rechtsbijstand, het direct terugzenden van irreguliere migranten bij grenscontroles, het aanpassen van het landenbeleid om de aantrekkelijkheid voor asielzoekers te verminderen, het invoeren van een tweestatusstelsel en het beperken van gezinshereniging.
Beheersing overige migratie
Er worden maatregelen getroffen om de omvang en samenstelling van de overige migratie te beheersen. Daarmee wordt beoogd grip te krijgen op arbeidsmigratie. Zo komt er een afwegingskader voor de vestiging van nieuwe bedrijven, in relatie tot de benodigde arbeidsmigranten, ruimte en energie.
Beleidsterrein: zorg
De gezondheidszorg is van onschatbare waarde. Zorgmedewerkers die zich dagelijks inzetten voor patiënten verdienen respect. Het bieden van een beschermde omgeving aan patiënten, en vooral aan onze ouderen die onze samenleving hebben opgebouwd, is essentieel. Echter, door vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt en stijgende kosten is toegang tot zorg niet altijd vanzelfsprekend. Daarom worden verschillende maatregelen genomen om dit te verbeteren.
Verlaging eigen risico
Het eigen risico in de zorg wordt meer dan gehalveerd tot 165 euro in 2027. Deze maatregel is bedoeld om zorgmijding tegen te gaan en de toegankelijkheid van zorg voor langdurig en chronisch zieken te verbeteren. Door het verlagen van het eigen risico wordt de financiële drempel verlaagd, waardoor meer mensen de benodigde medische hulp kunnen krijgen zonder zich zorgen te hoeven maken over hoge kosten.
Versterking eerstelijnszorg
De positie van huisartsen, wijkverpleging en mantelzorgers wordt aanzienlijk versterkt. Dit wordt gerealiseerd door de verbetering van de onderlinge samenwerking tussen deze eerstelijnszorgverleners. Door een betere coördinatie en integratie van zorgdiensten kunnen patiënten sneller en efficiënter geholpen worden. Dit zal niet alleen de kwaliteit van de zorg verbeteren, maar ook de werkdruk op zorgverleners verlichten en de toegankelijkheid van zorg voor patiënten vergroten.
Veilig elektronisch patiëntendossier
Er wordt een veilig en decentraal elektronisch patiëntendossier (EPD) geïntroduceerd om de gegevensuitwisseling binnen de zorg te verbeteren. Dit systeem zorgt ervoor dat zorgverleners snel en eenvoudig toegang hebben tot de medische geschiedenis van een patiënt, wat cruciaal is voor het bieden van hoogwaardige zorg. Tegelijkertijd wordt er veel aandacht besteed aan de privacy en beveiliging van patiëntgegevens, zodat deze beschermd blijven tegen ongeautoriseerde toegang en misbruik.
Transparantie in zorgpolisvoorwaarden
De voorwaarden van de zorgpolis moeten bij afsluiting helder en begrijpelijk zijn voor de consument. De Nederlandse Zorgautoriteit krijgt de taak om toe te zien op de begrijpelijkheid en transparantie van deze voorwaarden. Dit betekent dat zorgverzekeraars verplicht worden om duidelijk en eenvoudig te communiceren over wat hun polissen dekken, zodat verzekerden precies weten waar ze aan toe zijn. Dit verhoogt de transparantie en helpt consumenten beter geïnformeerde keuzes te maken bij het afsluiten van een zorgverzekering.
Overige initiatieven
Voor nu en voor de langere termijn wordt onder andere ingezet op de aanpak van personeelskrapte, de beheersbaarheid van zorguitgaven, zorgpreventie, efficiëntie in het zorgaanbod, verbeterde ouderenzorg, hervormingen in de jeugdzorg en borging van samenwerking tussen alle zorg- en hulpverleners in de laatste levensfase.
Beschouwing Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
De VNG heeft een eerste analyse gemaakt van het hoofdlijnenakkoord. Daarin is uitgelegd welke voorstellen van invloed zijn op gemeenten, wat de implicaties daarvan zijn voor gemeenten en welke onderwerpen nog onduidelijk of onvoldoende concreet zijn.
Hieronder gaan wij specifiek in op de beschouwing van het akkoord voor de hiervoor behandelde beleidsterreinen.
Beleidsterrein: migratie/asiel
De gemeenten willen een stabiel opvanglandschap behouden, ongeacht de fluctuaties in het aantal asielzoekers. Om dit te bereiken, pleiten ze voor beleid dat uitvoerbaar en betaalbaar is, juridisch valide is en daadwerkelijk oplossingen biedt voor problemen. Ze maken zich zorgen over voorgestelde maatregelen die mogelijk leiden tot meer vraag naar opvangplekken en dakloosheid kunnen vergroten, vooral omdat instroombeperkende maatregelen op korte termijn weinig effect zullen hebben.
Gemeenten vinden het cruciaal om de asielopvang te organiseren zolang er asielzoekers naar Nederland blijven komen. Ze zien dit als hun bijdrage aan de verantwoordelijkheid van het rijk voor asielopvang. Echter, ze zijn bezorgd dat voorgestelde maatregelen, zoals het verbieden van voorrang voor statushouders op de sociale huurmarkt, de druk op opvang vergroten en integratie bemoeilijken.
Verder uiten gemeenten bezorgdheid over maatregelen die de integratie en participatie van statushouders kunnen belemmeren, zoals het afschaffen van de vergunning voor onbepaalde tijd en strengere eisen voor naturalisatie. Ze willen samenwerken met het nieuwe kabinet om oplossingen te vinden die inclusief zijn en de participatie bevorderen, vooral voor mensen die nog niet vloeiend Nederlands spreken.
Wat betreft veiligheid en overlastbestrijding willen gemeenten preventieve maatregelen treffen en voorkomen dat verdachte asielzoekers zonder opvang komen te zitten, wat elders tot meer problemen kan leiden.
Tot slot roepen gemeenten op tot een langetermijnvisie voor de opvang van Oekraïense ontheemden en benadrukken ze de noodzaak om verschillende migrantenstromen in samenhang te bekijken.
Beleidsterrein: zorg
In het hoofdlijnenakkoord ligt de focus voornamelijk op curatieve en langdurige zorg. De partijen tonen positieve reacties op de voortzetting van het hoofdlijnenakkoord voor de curatieve zorg, maar hebben zorgen over andere aspecten van de gezondheidszorg en welzijn die in het akkoord onderbelicht blijven. Gemeenten missen bijvoorbeeld aandacht voor de intensivering van subsidies in publieke gezondheid, het belang van een sterk sociaal domein, en collectieve preventie. Ze zijn van mening dat preventie niet alleen individueel moet worden benaderd, zoals leefstijl, maar ook moet focussen op het bevorderen van gezond leven door een gezonde leefomgeving en een stevige sociale basis.
Specifiek benadrukken gemeenten het belang van een goede ondersteuningsbasis in de wijk, laagdrempelige zorg en passende woonvoorzieningen om de toekomstige vraag naar curatieve en langdurige zorg te beheersen. Ze wijzen op de toenemende vergrijzing, het belang van ondersteuning in de thuissituatie, mantelzorgers en de zorg voor kwetsbare groepen zoals dak- en thuislozen, waar het hoofdlijnenakkoord onvoldoende aandacht aan besteedt.
Positief ontvangen gemeenten wel de beschikbaarheid van verpleeg- en verzorgingshuisplekken, wat inwoners en mantelzorgers eerder toegang biedt tot benodigde zorg en hun beroep op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of crisiszorg vermindert. Ook erkennen ze de maatschappelijke waarde van streekziekenhuizen voor de lokale gemeenschap, maar benadrukken ze de noodzaak dat gemeenten betrokken worden bij regionale gesprekken hierover.
De toenemende personeelstekorten in de zorg blijven een zorgpunt voor gemeenten en ze wachten op verdere uitwerking van het hoofdlijnenakkoord om te zien hoe deze uitdaging effectief aangepakt zal worden door alle betrokken partijen.
Financiële implicaties
Het hoofdlijnenakkoord streeft naar een evenwicht tussen bezuinigingen en gerichte investeringen. In de zorg wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in digitalisering en preventie, wat op lange termijn kostenbesparend moet werken. Tegelijkertijd worden in de asiel- en migratiesector kosten bespaard door een strenger toelatingsbeleid, wat de druk op publieke diensten moet verminderen.
Organisaties die actief zijn in deze beleidsterreinen worden mogelijk geconfronteerd met dalende inkomsten (mede vanuit de Rijksoverheid). Wij adviseren deze organisaties dan ook om hier nadrukkelijk aandacht aan te besteden. Dit kan bijvoorbeeld door het uitvoeren van scenarioanalyses, waarbij nagedacht wordt over mogelijkheden om te bezuinigen of de organisatie efficiënter in te richten.